Tussen de oren

ChineseMask

Standplaats Wereld: "Je blijft altijd die Chinees, ook al ben je in Nederland geboren, spreek je vloeiend Nederlands en heb je alleen maar Nederlandse vrienden. Veel Nederlandse Chinezen van de tweede generatie hebben het gevoel altijd beoordeeld te worden op hun uiterlijk. Dit was een van de uitkomsten van mijn antropologische onderzoek naar etnische identificaties van tweede generatie Nederlandse Chinezen.

Ik voel me een banaan, geel van buiten, wit van binnen. Chinees van buiten en Nederlands van binnen. Negatieve stereotyperingen als gokverslaafd, pesten en ervaringen met discriminatie geven hen een gevoel van uitsluiting gebaseerd op uiterlijk. Hierdoor voelen zij zich niet geaccepteerd als Nederlander. Ying vertelt: Wat ik echt haat is wanneer dronkenlappen of, weet ik veel, bouwvakkers ofzo, ni hao naar me schreeuwen. Dan denk ik waarom schreeuw je ni hao naar mij? Ik ben in Nederland geboren! Komt het alleen maar omdat ik er Chinees uitzie?

Ondanks dat de tweede generatie Nederlandse Chinezen geen deel uit maakt van het huidige integratiedebat – omdat zij als ‘model minderheid’ wordt gezien – is hun ervaring wel degelijk van belang voor de Nederlandse integratiediscussie. De Nederlandse Chinezen participeren volledig in de Nederlandse samenleving, spreken de Nederlandse taal vloeiend, maar toch voelen zij zich buitengesloten en niet geaccepteerd."

Men voelt zich buitengesloten en niet geaccepteerd. Datzelfde hoor je ook van Marokkanen, dat ze zich 'bekeken voelen'. Voelen is het belangrijkste hierin. Zich buitengesloten voelen is niet hetzelfde als buitengesloten worden.

Dit soort gevoelens is iets wat tussen de oren zit, er valt niets aan te doen. Een Chinees gezichtje is nu eenmaal een Chinees gezichtje. Daar is niets mis mee. Maar de drager van het gezichtje voelt zich anders. Dat is het probleem. Maar het hoeft geen probleem te zijn. Het geeft wel een inzicht in wat er speelt in onze multi-culti maatschappij.

Een ander onderzoek levert dit op:
"Het is bekend dat naarmate het opleidingsniveau stijgt, de weerstand onder autochtonen tegen etnische minderheden afneemt. Tolsma wilde weten of zo’n opleidingseffect ook bestaat onder allochtonen. Welnu: het bestaat, maar het is zwakker dan onder autochtonen. Met name Turkse en Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie worden niet veel positiever over autochtone Nederlanders naarmate zij hoger opgeleid zijn."

Dit heeft wellicht te maken met hetzelfde gevoel van anders-zijn, dat nog niet verwerkt is, dat nog niet geaccepteerd is. Als Marokkanen zich 'bekeken voelen' dan is dat een puur subjectief gevoel. Men weet dat men anders is, vindt dit eigenlijk maar niks, en gooit het probleem dan op de autochtoon. Projectie heet dat. Met andere woorden, het voor henzelf onacceptabele gevoel dat men anders is wordt nu toegeschreven aan de autochtoon, als een uiting van de autochtoon. Er is in wezen niets mis met Marokkaan zijn, of wat dan ook. Maar men voelt zich ingeklemd tussen twee verschillende werelden. Misschien is het integratieprobleem toch te herleiden tot een probleem van zelf-acceptatie.

你好吗?

© 2009