De scheggen en A’dam als pretpark?

PakhuisDeZwijger: "Langs de randen van de stad

In deze tweede editie van de programmareeks Greening the City bekijken we het groen rond Amsterdam vanuit verschillende perspectieven. Hoe waardeert de stad de scheggen als het gaat om recreatie voor haar bewoners? Welke waarde heeft de biologische diversiteit binnen de gebieden? Of moeten we de groengebieden beschouwen als uitbreidingslocatie om de woningnood in Amsterdam het hoofd te bieden?

Amsterdam is immens populair en de druk op de woningmarkt is enorm. Steeds meer stemmen gaan daarom op voor stadsuitbreiding buiten het stedelijk gebied: bouwen in de groene randen van de stad. Echter, de groene scheggen tussen de uitwaaierende bebouwde lobben van de stad hebben betekenis voor de recreatie, zijn wat betreft natuur erg interessant, én hebben een cultuurhistorische waarde. Omdat deze ‘groene vingers’ ver de stad insteken, zijn ze behalve aantrekkelijk en goed bereikbaar, ook uitermate kwetsbaar. Jarenlang zijn de groenscheggen van Amsterdam heilig geweest. Wat betekenen ze anno 2016 nog voor de stad?”

De groene scheggen rond Amsterdam bestaan hoofdzakelijk uit agrarisch gebied, met daarnaast nog groengebieden in beheer bij recreatieschappen, die van veel groter waarde zijn dan de landbouwgebieden. Nu wil de gemeente Amsterdam juist meer woningen gaan bouwen, nee, niet op landbouwvelden, maar in de groengebieden en tuinparken. Te gek voor woorden. Als je de stadsplanologen, stadsecologen, pretprofessoren en volksfilosofen mag geloven dan moeten we af van de natuur. Te lastig, onprettig en niet rendabel.

Disneyfication

ParoolOpinie: "'Beschouw Amsterdam als een grote Efteling'

[Goof Lukken is Senior Lecturer Attractions & Theme Parks Management, Tourism & Leisure aan de NHTV university of applied sciences in Breda, dat wil zeggen: pretprofessor]
Het idee dat Amsterdam een pretpark wordt zou juist omarmd moeten worden, schrijft Goof Lukken zaterdag in een opiniestuk in Het Parool. De stad kan van attractieparken veel leren over de omgang met bezoekers.

De vergelijking met een pretpark heeft een negatieve connotatie. Maar Amsterdam zou juist een pretpark moeten zijn! In een dergelijk park denkt men na over bezoekersstromen, het product en de doelgroepen die men wel of niet wil trekken. Er is een juiste mix van attracties, voorzieningen, entertainment, transport en shops.”

Pandas

Bas Haring: De natuur verdwijnt. Soorten sterven uit en iedere tien seconden wordt een stuk regenwoud ter grootte van een voetbalveld gekapt. Dat voelt als een ramp, maar is het dat ook? Kan een wereld met slechts parken en landbouw bestaan? En zou het er plezierig zijn?
Plastic Panda’s is een zoektocht naar de waarde van de natuur en haar verscheidenheid. Een realistisch maar ook optimistisch boek. Er verdwijnt van alles, er komt ook wat voor terug: gras tussen de stoeptegels en plastic speelgoedpanda’s.

Sommige Amsterdamse stadsecologen wijzen op alles wat groeit en bloeit tussen de stoeptegels, want onze parken en natuurgebieden worden steeds schraler door evenementen en moeten commercieel geëxploiteerd worden.  Alles draait in deze wereld om pret en gemak. Festivallen tot je erbij neervalt. Het probleem is dat de natuur niet uit zichzelf verdwijnt, maar verdwijnen moet voor de goed betaalde schandlaparchitecten, stadsplanologen, stadsecologen, pretprofessoren en andere anarcho-neoliberalen. De natuur verdwijnt niet uit zichzelf, maar wordt platgetrapt door onze overheden en de neoliberale nomenklatura. Ter vervanging komt dan het pretpark, een consumptieparadijs (voor diegenen die het kunnen betalen). De beleveniseconomie tiert welig, want laten we wel wezen, het gaat altijd om geld en consumptie. De bestaande werkelijkheid is voor de moderne stadsmens te saai, niet leuk genoeg. Die moet verpakt en verkocht worden. Triest.

Lees Jean Baudrillard en de werkelijkheid

De pretparksamenleving

© Natuurbescherming ZO 2015