De triomf van de wil

TriumphCity

Een paar dagen geleden was ik bij een presentatie van het Grote Groenonderzoek. Dat was een korte samenvatting van deze brochure. Het eerste plaatje van de presentatie was het omslag van het boek van Edward Glaeser Triumph of the City. Het Grote Groenonderzoek doet het nog eens over met de Triomf van parken en groen in de woonomgeving. Triomf alom. Meteen dringt zich de film Triumph des Willens van Leni Riefenstahl ("Hart wie Kruppstahl!") in gedachten op. Het valt niet te ontkennen, megalomane stadsplannen hebben iets totalitairs. Het bovenstaande omslag is flink gephotoshopt. Architectuurfoto's zijn meestal ook geen weergave van de werkelijkheid, maar zijn 'kunstzinnige' bewerkingen die met groothoeklenzen een buitenproportionele indruk moeten maken. De metropool moet vermarkt worden en gemystificeerd. Het onderstaande omslag geeft al een heel ander beeld. De zeefdruk van Jeroen Henneman eronder is al helemaal geen geïdealiseerd beeld. De film Metropolis van Fritz Lang schetst een dystopie.

shot_1527

Commentaar op Amazon over het boek van Glaeser:
"If you know your economics -- not the theory, the society -- and you know the Chicago School of Economics, you know from whence this book sprang, and what its author's agenda is. He's from Harvard, understand, so he additionally has no problem adopting the position of Big Money. The hypey title should be enough to send you packing, but in case you want a quick primer: The City as run by the market (read, the wealthy) is our godsend, the "invention" that brings us all together, hale and hearty. Sure, governance could be better. And there are those oddities overseas, like social democratic states whose cities are quite different. Hey, it's a big world. Case closed.

'Scuse me. As an urban planner with a few decades behind me, I see the city a little differently. I don't respect the author's statistics, so I don't feel the need to rebut them. For me the city is an aggregation of individuals gathered together first and foremost to conduct commerce and seek security. Unfortunately, the commerce conducted is dominated by powerful interests, so that living in the city incurs a rental cost that (when all subcosts are totaled) exceeds the value most individuals receive. Moreover, our cities are as insecure as ever they've been since the invention of the light bulb. Now insecurity can come in the form of a false foreclosure as well as an armed assailant -- both are plentiful.

There's no point in dissing cities; that's where most of us live. But neither is it wise to glorify human habitations simply because the local GDP is higher than the countryside's. How it's distributed is far more important. "Richer, Smarter, Greener, Healthier, and Happier"? Maybe in Cambridge; few places else."

Het is duidelijk dat de huidige nomenklatura zeer geporteerd is voor de metropolisering van onze steden. Bestuurders gingen op dienstreis naar New York, Parijs en weet ik veel waar nog meer, en kwamen terug met een ideaal beeld van hoe een stad er uit moet zien. Vergeet even de rassenrellen en opstanden in Parijs en Londen, de verpaupering en het verval van New York. De Metropolis davert verder. Bestuurders kunnen zichzelf 'in the picture' en hun stad 'op de kaart' plaatsen  met grote bouwprojecten. De triomf van de wil. Gebouwen erin geheid als bevestiging van autoriteit en macht. En raad eens welke gebouwen tegenwoordig autoriteit uitstralen; jawel, vooral de banken.

Rode daken
Jeroen Henneman - Rode daken

LRB: "In 1941, the architect Hans Stosberg drew up ambitious plans for a new model town, with monumental public buildings grouped around a main square, and leafy boulevards branching off a central avenue which led to the factory complex that would provide the bulk of the work for a population of 80,000. There were to be twelve schools, six kindergartens, twenty sports fields, swimming pools, offices, banks, shops and a number of satellite settlements, every one of them constructed around a main square and equipped with similar public buildings and modern amenities. The whole conglomeration was to form an ‘urban landscape’ divided into cell-shaped districts, each forming its own sub-community within the overall structure of the town. Houses, or ‘people’s dwellings’, were to be supplied with central heating, garages, gas cookers, laundries and vegetable gardens. The old idea of a city as a concentration of densely populated buildings packed into a townscape of narrow streets and winding alleyways was to be superseded by the modern concept of a spread-out complex of roads and buildings that merged seamlessly into the natural environment. Funds poured in from the government, and businesses vied for a favoured place in the new urban landscape. To celebrate the start of construction, Stosberg had special greetings cards made for New Year 1942, which he sent out to friends, colleagues and acquaintances. The words below the picture proudly announced: ‘Birth of the new German town of Auschwitz’.

But the countrified urban idyll they had been promised didn’t materialise.

‘The war of the future’, one German architect declared in 1934, marked ‘the death sentence for cities in their present-day form’. The answer lay in ‘intermeshing’ them with the surrounding countryside.

A city such as Istanbul, where growth has gone unchecked, has hardly a green space to offer its inhabitants, except in a thin strip along the shores of the Bosphorus. No wonder people there protested against the loss of the last of its parks.

Defying all the best intentions of the planners, the motor car proved unmanageable within urban confines, and towards the end of the century, people began to turn to public transport again. In Britain, the mass closure of railway lines in the wake of the Beeching Reports in the 1960s was a colossal error. Conservation movements secured the preservation of older buildings such as St Pancras Station, following the demolition of its Victorian near neighbour at Euston. Urban planning utopias have never been popular except with political elites. Peter Willmott and Michael Young, in Family and Kinship in East London (1957), painted a dire picture of community warmth in the old East End giving way to anomie and alienation in the new towns to which bombed-out families were forced to move. In the end, the destruction of European cities in the war did not prove a blessing in disguise. The planners might complain about ‘the disorder of the cities’ with their ‘great mess of houses and factories’, and politicians polemicise ‘against provincialism, against the worship of the old’, but most people liked it that way."

De huidige metropoliseringsplannen zijn dus niet nieuw. De hamvraag is of de gepropageerde stadsutopie niet een dystopie is.

"... the city has been transformed by the power of global corporate culture into a dystopia, soulless site of claustrophobic anonimity and redundant functionalism: chrome, steel and glass, food courts and malls."
(Uit: Counter-narrative, class politics and metropolitan dystopias)

Met grote groenonderzoeken kun je alle kanten op. Hier een kort uittreksel uit een impressie van de vorige (2008):

AmsterdamCentraal: "Zouden ze bij de gemeente überhaupt wel weten dat het Bijlmerpark ten prooi is gevallen aan de destructieve hebzucht van stadsdeelbestuurders en projectontwikkelaars?

Maar hoeveel gewicht ik ook in de schaal leg, nergens werd om mijn advies gevraagd. En dat is jammer. Want ik had de gemeente graag geadviseerd om de drie resterende bomen in het Bijlmerpark te gebruiken om vernielzuchtige bestuurders, plannenmakers en projectontwikkelaars aan op te knopen, opdat ze, zodra hun lichamen zachtjes beginnen te fermenteren, de uit hun bomen verdreven kraaien tot voedsel kunnen dienen.

Aan de andere kant: hoewel deze suggestie prima uitvoerbaar is (in tegenstelling tot wat het stadsdeel graag beweert zijn die bomen kerngezond), denk ik niet dat ze zou worden overgenomen. Per slot van rekening gaat het slechts om een mening. En in onze mening is de gemeente, alle mooie enquêtes ten spijt, helaas niet geïnteresseerd."

grgro

Er is momenteel een denktank aan het werk met aan het hoofd Jaap Bond. Bond, Jaap Bond is the name. De tank davert al een paar jaar door, over bestemmingsplannen heen, over de EHS, tot meerdere eer en glorie van de MRA, de Metropoolregio Amsterdam. De heer Bond en zijn discipelen zijn bezig met het volledig herstructureren van Noord-Holland. Recreatiegebieden worden onder zijn beleid omgevormd tot evenemententerreinen. De brochures van de MRA staan vol met megalomane ideeën en intentieverklaringen. Hier en daar staat een leuk onwerkelijk initiatiefje om het allemaal aan de man te brengen. Het groen lijkt uiteindelijk geapprecieerd te worden in Noord-Holland. Maar niet heus. In de in de eerste zin hierboven genoemde presentatie stond 'Groen legitimeert verdichting". Men wil naar stedelijke verdichting (net als de megastallen), zelfs GroenLinks (heb ik ooit van Van Poelgeest gehoord), en om de stad leefbaar te maken heb je groen nodig. Zonder groen, rassenrellen, opstanden en plunderingen. Zoveel is onze bestuurders intussen wel duidelijk geworden. Ze willen verdichting, dus zijn ze verplicht om de wijken van groen te voorzien. Het gaat niet van harte. Want waar mogelijk wordt de stad juist in het groen ingevoerd. Groengebieden moeten weer bebouwd en gecommercialiseerd worden. Wat overblijft is niet een groen landschap, maar een metropolitain groen schandlapje. De gebruikte terminologie van duurzaamheid, toekomstbestendigheid en beschermde natuur is een leugen. De werkelijkheid is dat zelfs de EHS niets meer voorstelt in Amsterdam. De evenementenindustrie heeft bezit genomen van het Gaasperpark en Amsterdam Open Air heeft al een exploitatiecontract voor tien jaar op het oog.

De plancapaciteit voor Noord-Holland is al in kaart gebracht. Maak je borst maar nat. Er is werk aan de winkel. De stad is de ideale werkplek voor architecten, ontwikkelaars en megalomane bestuurders. De stad is ook een probleem, een levensgroot probleem. In veel Amsterdamse straten is de luchtvervuiling onacceptabel hoog. Men realiseert zich wel het belang van het groen in de stad, maar men heeft niet de juiste oplossing. In plaats van meer groengebieden en parken te creëren, gaat men de stad naar en in de groengebieden brengen, met evenementen en horeca. De verstedelijking en verdichting gaat door en vreet alle groen op. De parken worden geannexeerd als consumptiemarkten. Een marktfestival in het groen. Verder moeten we het doen met postzegelparkjes, maar zelfs die zijn nog ver te zoeken. In de hele presentatie over het Grote groenonderzoek kwamen de woorden fauna, flora en ecologie niet voor. De promotoren van de metropolitaine stad, de grootstad, die nu ook de groengebieden gaat opslorpen, maken een knieval voor het (failliete) marktdenken. Het groen als decor van een consumptiemarkt, dat is de zielloze visie van de Metropoolregio Amsterdam. De Natuur wordt vervangen door de Markt, en deze staat 'jenseits von Gut und Böse'. Wat een heerlijke nieuwe wereld!

© 2009